Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [45]Indien het den koning goeddunkt, dat een koninklijk gebod [46]van hem [47]uitga, hetwelk geschreven worde in de wetten der Perzen en Meden, en [48]dat men het niet overtrede: dat Vasthi niet inga voor het aangezicht van den koning Ahasveros, en de koning geve haar [49]koninkrijk [50]aan haar naaste, die beter is dan zij. 45. Hebreeuws, indien het goed is bij den koning. 46. Dat is, op zijn naam. Hebreeuws, van zijn tegenwoordigheid, of van voor zijn aangezicht. 47. Dat is, gepubliceerd, of openlijk verkondigd worde. 48. Anders, dat men het niet wederroepe; alzo ook onder, hfdst.3 vs.3. Of, dat het onwederroepelijk zij. 49. Dat is, haar koninklijke waardigheid. 50. Of, aan haar gezellin; dat is, aan een andere.